Voor duels tegen Veensche Boys, de nummer 2 van de tweede klasse G, hoeft Nick van den Akker niet gemotiveerd te worden. De 28-jarige verdediger van Valleivogels woont in Nijkerk, dus het treffen met de buurman uit Nijkerkerveen voelt speciaal. ,,Ik heb in mijn hele leven nog nooit van ze verloren.”
Van den Akker kwam in de zomer van 2020 over van Sparta Nijkerk, waar hij een vaste waarde in het tweede elftal was. Bij de Spartanen doorliep hij de hele jeugdopleiding, maar toen hij overging naar de senioren zat een stageplaats bij de hoofdmacht er niet in. Omdat hij toch graag hogerop wilde, verkaste hij naar buurman NSC Nijkerk. ,,Ik speelde toen met NSC in de hoofdklasse de derby tegen Sparta. Ik moet zeggen dat dat heel raar voelde”, vertelt hij.
Na drie seizoenen op De Burcht koos hij voor een avontuur bij ASC Nieuwland, maar die keuze werd geen succes. ,,Na één jaar werd ik teruggevraagd door Sparta Nijkerk om weer in het tweede te gaan voetballen. Dat heb ik vier seizoenen met veel plezier gedaan, maar ik wilde graag weer in een eerste elftal spelen. Dat is, met de prestatiedruk en het publiek langs de kant, toch een stuk mooier.”
Zijn zoektocht naar een nieuwe club was niet moeilijk. De verdediger legde zelf contact met tweedeklasser Valleivogels. ,,Mijn vader heeft hier, toen ik nog niet geboren was, op doel gestaan. Hij was keeper toen er nog in het ‘Enge Bos’ gespeeld werd, eind jaren tachtig. Als hij weleens over vroeger vertelde, was hij altijd enthousiast over die tijd.” Het waren overigens de hoogtijdagen van de club, waarin Valleivogels op het hoogste amateurniveau van Nederland uitkwam. ,,Op de club wordt natuurlijk door de oude generatie af en toe naar mijn vader gevraagd. Dat vind ik wel mooi.”
Zijn entree bij Valleivogels verliep echter niet zo soepel. Van den Akker was amper bij de rood-witten begonnen of het seizoen werd vanwege de coronapandemie al platgelegd. ,,Later konden we natuurlijk wel weer trainen, maar je kiest voor een nieuwe club om wedstrijden te spelen. Omdat de eerste wedstrijden van vorig seizoen door de KNVB geschrapt zijn, heb ik in feite pas dit seizoen mijn officiële competitiedebuut gemaakt.”
Hij begon nog weliswaar als wisselspeler aan het seizoen, maar vorige week stond hij voor het eerst in de basis, hij vormde tegen AVW’66 met Corwin Broekhuizen het centrale verdedigingsduo. Er werd met 0-3 gewonnen in Westervoort, waardoor Valleivogels opgeschoven is naar de middenmoot van 2G. Bovendien hielden de roodwitten voor het eerst dit seizoen de nul. ,,Ik hoop dat ik deze lijn kan doortrekken en dat ik tegen Veensche Boys weer mag beginnen.”
Want wedstrijden tegen de Nijkerkerveners, dat brengt voor Nijkerkers uiteraard sentimenten mee. ,,Ik ken het grootste deel van hun selectie. Jongens als Nico van den Brom, Alwin van Domselaar en Yannick Bouw speelden ook in de jeugd van Sparta Nijkerk. Weliswaar zat ik dan niet bij ze in het team, ik zat één lichting hoger. Maar je ziet elkaar wel en komt elkaar natuurlijk later ook geregeld tegen. Dus ja, je snapt wel dat ik gebrand ben om te winnen.” Datzelfde gevoel zal overigens leven bij Bert van Dijk, de andere Nijkerker in de selectie van Valleivogels.
Van den Akker rekent erop dat Valleivogels morgen niet het spel zal maken. ,,Wij weten dat Veensche Boys flink in de selectie heeft geïnvesteerd om de titel te winnen. Zij hebben individuele klasse in hun elftal, waarmee ze het verschil kunnen maken. Maar tegelijkertijd zie je ook dat ze soms heel wisselvallig zijn. Tegen OWIOS speelden ze bijvoorbeeld gelijk.”
Valleivogels zal zich wel moeten wapenen, benadrukt hij. ,,We hebben twee keer achter elkaar gewonnen, de druk is er een beetje vanaf. In de omschakeling kunnen wij, zeker met onze snelheid voorin, zeker wat forceren.” Wel hoopt Van den Akker dat Valleivogels de kansen die zich zullen voordoen, weet te benutten. ,,Tegen Unicum, waar we het goed tegen deden, zijn wij achteraf gezien wel wat te afwachtend geweest. Je moet ook lef durven tonen.”
Lukt dat, dan zit er volgens hem zeker een stunt in. Hij heeft de statistieken in elk geval aan zijn kant. ,,Ik heb in mijn hele leven nog nooit van ze verloren. Dat wil ik graag zo houden.”
Bron Edward Doelman (Scherpenzeelse krant)