In de aanloop naar de kraker tegen Putten kijken we nog even terug op de wedstrijd van Veensche Boys tegen DOS Kampen. We vroegen trainer Michael van den Berg hoe frustrerend het is om te weten dat je veel beter bent, maar dat je 0-1 achterstaat: ,,Dat is heel frustrerend. In de eerste helft was het te slap en niet goed genoeg, zeg maar. In de tweede helft heb ik DOS Kampen nauwelijks gezien. We kwamen met Tom een paar keer voor de keeper en Corné nog een keer volgens mij. Een aantal keren hadden we eerder moeten schieten.’’
DOS had zomaar in de eerste helft met 0-3 voor kunnen staan. Dat begint te lijken op een patroon: In de tweede helft is Veensche Boys meestal veel beter dan in de eerste helft.
Michael van den Berg: Nou… ik weet niet of dat klopt. Wij hebben ook al een aantal keren gehad dat het andersom was. Tegen NSC, bedenk ik zomaar, kwamen we slap uit de kleedkamer. We stonden toen 2-0 voor en het werd 2-1. Maar conditioneel zit het goed.
Dat wilde ik maar zeggen. Het leek ook wel alsof DOS het fysiek niet meer aan kon.
Michael van den Berg: Ik vond niet dat DOS Kampen al in de eerste helft met een ruime voorsprong voor hadden moeten staan. Maar als al hun kansen erin waren gegaan en had ons tegen gezeten… ja, dan snap ik jouw verhaal. Maar goed, van onze kant was de eerste helft niet goed. In de tweede helft een stuk beter. Conditioneel waren we beter. We konden blijven gaan.
Opvallend is dat na een wissel gelijk werd gescoord
Michael van den Berg: We hebben meer dan elf spelers die kunnen spelen. Op donderdagavond zit je al te puzzelen. Alwin was geblesseerd geweest en Jari heeft goed ingevallen en dan geef je hem de kans. Jari heeft het goed gedaan, maar Alwin is natuurlijk ook een geweldige linksback. Zo hebben we er nog een aantal. Zoals Levi: als hij invalt, dan doet hij het goed. Julian kan prima basis spelen, maar ergens moeten we keuzes maken. We spelen met Tarik en Rik achterin maar Mauro en Steven kunnen probleemloos in de basis staan. Ik kan geen vier centrale verdedigers opstellen.
Jaap Stam, trainer van DOS Kampen zat thuis met een nekhernia en dus nam Ramin Ezzat de honneurs waar in de competitiewedstrijd tegen Veensche Boys. Hij ageerde fel tegen de laatste goal van Veensche Boys waarbij het volgens hem en de grensrechter overduidelijk buitenspel zou zijn. ,,Ik ben teleurgesteld, maar je kunt misschien beter naar jezelf kijken. Als je ziet hoe wij de overhand hadden in de eerste helft, dan had het al 0-2 of 0-3 moeten staan. We hadden in de eerste helft gelijk al de wedstrijd in het slot moeten gooien. Dat hebben we niet gedaan. In de rust is afgesproken om de rust te bewaren en vanuit daar positiespel te spelen.’’
Het was een beetje een wedstrijd met twee gezichten
Ramin Ezzat: Dat klopt. In de eerste helft is goed gespeeld. We kunnen nog beter, vind ik persoonlijk. In de tweede helft zijn wij vergeten te voetballen. We gingen mee in het omschakelvoetbal van Veensche Boys. Er werd alleen maar gekozen voor de lange bal en die kwamen ook goed aan. Dat had veel beter gekund.
Vorige week heeft DOS Kampen gelijk gespeeld tegen Putten maar het voelde wellicht als een overwinning. Want Putten is toch één van de titelkandidaten.
Ramin Ezzat: Nou nee, het was gelijk. Vind je niet dat wij hier tegen Veensche Boys ook hadden moeten winnen?
Op basis van de eerste helft wellicht.
Ramin Ezzat: Dan is het duidelijk hoe goed wij zijn. Als de scheidsrechter dan ook nog die buitenspelgoal had afgekeurd, dan was het hier gelijk geweest. Op de bank is overlegd: gaan we genoegen nemen met een gelijkspel? Er zat niet meer in.
Eigenlijk zeg je: DOS Kampen moet de hand in eigen boezem steken.
Ramin Ezzat: Dat vind ik wel. Ik denk dat je altijd naar jezelf moet kijken. Vanuit je eigen presentatie moet je verder bouwen. Uiteindelijk hebben de jongens van alles geprobeerd. Het zat er even niet in. Dat kan gebeuren.
Interview en foto Kees van den Heuvel
