
In haar tweede competitiewedstrijd had Veensche Boys tegenstander Berkum op haar eigen veld bijna in haar zak, maar na de rode kaart voor Justin Ruizendaal leek de hele organisatie mentaal geknakt en ging Veensche Boys alsnog met een dik (onverdiend) verlies naar huis. Jeroen Peters: ,, Laat ik het zo zeggen: de eerste helft vond ik het echt een schaakpartij, waarin wij de beste kansen kregen. Berkum heeft geen kans gehad. Dan schakelen we heel snel door. Een kwartier na rust zijn we nog duidelijker aanwezig. Er was de kopbal onderkant lat die er niet ingaat. Uit dat moment komt de omschakeling. Justin vliegt er uiteraard in en heeft zijn excuses aangeboden.
Was hij gefrustreerd?
Jeroen Peters: Nee, zo is hij een beetje. Ik ben ervan overtuigd dat in een moment daarvoor een overtreding werd gemaakt op een speler van ons. Vervolgens na de rode kaart volgde de vrije trap van Berkum. Die schoten ze er ook nog in. Dus, je kopt onderkant lat en de bal gaat er niet in en je pakt de tweede gele kaart en rood en daarna is er ook nog een goal van Berkum… toen was eigenlijk de wedstrijd gespeeld.
Het leek op hetzelfde scenario als tegen Apeldoorn
Jeroen Peters: Ja. Je mag best weten. Ik heb net in de kleedkamer gezegd: rustig blijven, geen gekke dingen roepen over elkaar. We worden nu vooral getoetst in het leren kennen van de klappen van de zweep. Dat vinden we niet leuk. Maar eigenlijk totaan de zeventigste minuut is er niks aan de hand. Totaal niet. Ik vind wel dat we nagelaten hebben om met een stukje scherpte de wedstrijd al eerder in ons voordeel te beslissen.
Hebben de jongens een psycholoog nodig?
Jeroen Peters: We blijven er rustig onder. Je kunt nu alleen maar vertrouwen naar elkaar uitspreken. Dat je zegt: hij moet een keer gaan vallen. Dat moet je met een bepaalde scherpte dan ook wel afdwingen. Dat mis ik momenteel wel een beetje.
Interview en foto Kees van den Heuvel