Veensche Boys had het geluk niet aan zijn zijde tegen Woudenberg. Vooral in de tweede helft hadden de Blauwe Helden de ploeg uit Woudenberg bij de lurven en was het alleen nog een kwestie van goal erin schieten. Interim Stefan Fredriksen: ‘Daar leek het een beetje op. In de eerste helft stonden we er beter op dan de laatste weken. We stonden er meer als een team.’
Alleen het verzilveren van de goals wil nog niet.
Stefan Fredriksen: Precies, dan zeg je de juiste dingen. Ik denk dat we een beetje pech hadden met de doelpunten die we tegen kregen. Onze goal kun je niet vergelijken met hun goals. Wij maken een fantastische goal en hun eigenlijk twee schijtgoals, kutgoals… hoe je het maar ook wilt noemen.
Met alle respect voor Wessel, maar op dat moment mis je natuurlijk Jordy Deckers.
Stefan Fredriksen: Het is niet alleen Wessel. Er was één momentje. Dat hoort er misschien een beetje bij bij zo’n keeper die zijn kansen pakt. Maar hij gaf een rebound eigenlijk weg en dat is niet goed. Dat wil niet zeggen dat er vervolgens twee mensen vrij moeten staan om binnen te schieten. Dus er werd ook niet goed verdedigd. Ik denk dat het lullig is voor Wessel dat hij afgerekend wordt op een bal die hij los laat.
Wat heb je in de rust gezegd dat het in de tweede helft zoveel anders ging?
Stefan Fredriksen: Wat ik zeg. We stonden beter als team. Daar hebben we de laatste week op gehamerd. We moeten meer als team weer gaan spelen. En niet als individu. Dat deden we in de eerste helft al en in rust hebben we gewoon gezegd om dat te blijven doen, met iets meer gas erbij en iets meer naar voren. Dat pakte eigenlijk heel goed uit. We gingen iets verder naar voren en druk zetten. Woudenberg heeft de bal toen alleen maar weggeschoten. Alleen staan we met lege handen. Ik denk dat we in het vervolg spelen, zoals we in de tweede helft speelden, dan komt het lekkere en goede voetbal vanzelf weer terug.
Hoe lang moet jij nog interim zijn?
Stefan Fredriksen: Volgens mij was Erik één wedstrijd geschorst. Volgende week zaterdag is hij er weer. Interview en foto Kees van den Heuvel
