De tegenstander bij de strot pakken. Dat was uiteindelijk de wijze waarop Veensche Boys korte metten heeft gemaakt met VRC, de nummer 2 in de competitie (4-2). Met zes punten voorsprong zou de club uit Nijkerkerveen dit niet meer uit handen moeten geven. Mogelijk kan tegen EDO uit Utrecht het kampioenschap worden binnengehaald en anders doet Veensche Boys dat in de nog resterende wedstrijden. Assistant-trainer Stefan Fredriksen was aanvankelijk onder de indruk van het offensieve spel. ,,VRC kreeg de eerste echte mogelijkheid om te scoren. Na een minuut of tien namen we het initiatief over en hebben we de controle gehad. We hebben ze bij de strot gepakt en dat hebben ze in het begin ook bij ons geprobeerd. Ik vond de eerste helft leuk om naar te kijken. Het ging snel heen en weer, met wat foutjes over en weer.’’
Maar dat krijg je met een wedstrijd waar deze spanning op zit.
Fredriksen: Precies. Dat zag je ook wel een beetje dat er van beide kanten spanning op zat. Ik denk dat wij als eerste de schroom van ons afgooiden en de controle pakten.
En Veensche Boys heeft doorgepakt in de tweede helft.
Fredriksen: We stonden voor en dan moet VRC van haar goal afkomen. Dus als je op kunt brengen, wat je de eerste helft hebt opgebracht qua instelling, mentaliteit en het neerzetten, dan ligt er nog meer ruimte voor ons.
Na de vele doelpunten werd het bijna galleryplay, totdat VRC ging scoren.
Fredriksen: Maar dat was met die rode kaart. Die kaart veranderde de wedstrijd. Als die rode kaart niet was gevallen, was de score nog verder opgelopen voor ons.
Wat gebeurde in jouw optiek bij die rode kaart?
Fredriksen: Onhandig. Een duelletje. Volgens mij een klein beetje duwen en trekken. En hij maakt een beweging met zijn hoofd.
Veensche Boys heeft het kampioenschap voor het grijpen, maar ze zijn er nog niet.
Fredriksen: Klopt, maar we hebben unaniem besloten dat als we dit gaan weggeven, dan heb je het echt verpest. Dan verdien je het niet.
Het zou overigens ook mooi zijn om kampioen te worden in een thuiswedstrijd, tegen Lunteren.
Fredriksen: Ik weet uit ervaring dat het ook mooi is om uit kampioen te worden. Dan heb je de spelersgroep in het eerste moment nog samen. Ik wil zo snel mogelijk kampioen worden. Als het tegen EDO is, dan is het mooi.
Mening Niels ten Have
,,Het is teleurstellend en ik vond het zeer tegenvallen van onze kant,” aldus trainer Niels ten Have. ,,Ik denk dat Veensche Boys op een verdiende voorsprong kwam. Daarna hebben we het initiatief een beetje weer naar ons toe getrokken. Over de hele wedstrijd kun je concluderen dat Veensche Boys veel aanvallende kwaliteiten heeft. Ik kan ervan genieten als een jongen zoals Nassim (Barkoki) erin komt en die maakt gewoon het verschil in die fase van de wedstrijd. Verder zijn heel efficiënt de doelpunten gemaakt. Veensche Boys had weinig kansen nodig om doelpunten te maken, zonder dat wij echt groots hebben gespeeld. Vandaag waren zij het betere team en hebben terecht een overwinning geboekt. Ik vond ons vandaag aanvallend onrustig aan de kant van de tegenstander. We verloren regelmatig de bal, waarbij zij snel weer een tegenaanval konden starten. Daarin denk ik dat wij beter kunnen presteren dan dat wij vandaag hebben gedaan. We hebben te gemakkelijk goals weggegeven, waardoor we met de rust al tegen een 1-0 achterstand aankeken en in de tweede helft al snel tegen een 4-0 aanliepen.’’
Op het moment dat de rode kaart viel, merkte je dat er onrust in het spel kwam van Veensche Boys. Daar heeft VRC gretig gebruik van gemaakt.
Ten Have: We hebben er ook echt alles aan gedaan. We zijn eerst met drie verdedigers blijven staan, vervolgens met nog maar twee. Heel erg aanvallend. Ik denk dat we na de 4-2 Veensche Boys eigenlijk niet meer hebben gezien.
Dit was een cruciale wedstrijd, maar er komen nog hele moeilijke wedstrijden aan voor VRC. Tegen de Merino’s en Achterberg.
Ten Have: Klopt. Dat geldt voor Veensche Boys ook. Er is groot feest bij Veensche Boys, maar ik denk dat de competitie nog een moeilijk einde heeft. Ik denk dat het kampioenschap voor Veensche Boys echter haalbaar is. Veensche Boys heeft veel aanvallende kwaliteiten. En wij hebben ook een uitdagend programma.
Wat zijn jouw toekomstplannen?
Ten Have: Ik ga door bij de club. Ik heb het enorm naar mijn zin. Er komen twee versterkingen bij. Wij hebben niet zo’n dikke portemonnee. Dus we moeten het van jonge jongens hebben. Wij staan boven verwachting tweede. Dat hebben de jongens echt heel goed gedaan. Maar we moeten er keihard voor werken. Als je twee keer verliest van de koploper, dan sta je ook waar je hoort te staan.
Interview Kees van den Heuvel / Foto’s Aalt Guliker en Kees van den Heuvel
