Ondanks het verlies tegen Woudenberg (2-1) toonde Veensche Boys in de tweede helft van het spannende duel toch een andere indruk. Het leek wel of ze een tover-elixer hadden gedronken. ‘Nee, geen toverdrankje,’ bezweert Levi Haringsma, één van de drijvende krachten op de middenveld. ‘Maar we begonnen na rust wel scherper. Er was meer balbezit en ook meer rust aan de bal.’
Ik zag opeens het oude Veensche Boys weer terug, zoals aan het begin van het seizoen.
Levi Haringsma: Ja, we hadden eindelijk weer een beetje rust in het spel. Elkaar in de voeten spelen in plaats van steeds weer constant de lange bal.
Ik vond jou de beste van het veld. Mijn persoonlijke mening, want volgens de trainer heb ik het meestal fout. Toch, waar lag het aan dat jullie hebben verloren. Het veld?
Levi Haringsma: Je moet in de eerste plaats naar jezelf kijken. Je kunt wel het veld de schuld geven of de scheids. Ik vond het een goede scheids. Wat heb je zelf gedaan en hoe heb je zelf gepresteerd? Dan kijk je naar de feiten erom heen. Ik moet zeggen dat het een goed veld was en we konden er lekker op voetballen. Daar kon het niet aan liggen.
Een beetje geflatteerde uitslag?
Levi Haringsma: Als die 2-1 niet viel, dan weet ik het nog niet. We waren volop aan het aanvallen en er waren tal van kansen. Die tegengoal breekt de wedstrijd eigenlijk een beetje. Het is zo zonde, want op dat moment zaten we helemaal in de wedstrijd. We waren gevaarlijk en Woudenberg is toen bijna niet in de buurt van onze goal geweest. Dan komen we achter en wordt het lastig voetballen.
Interview en foto Kees van den Heuvel
