Erik Assink kijkt weinig tevreden terug op het bekerduel tussen Veensche Boys en FC Horst. ‘We zijn niet verwend met een aantrekkelijke partij voetbal. Die kans van Daniel had erin gemoeten. Voor de rest hebben wij en Horst amper een bal op de goal gekregen.’
Of wilde geen van beide verliezen?
Erik Assink: Dat was bij ons helemaal niet de intentie. Want die beker winnen we toch niet. We willen gewoon een oefenwedstrijd spelen waar we wat aan hebben. We zijn op dit moment in aanvallend opzicht heel armoedig. Onze opbouw is erg voorspelbaar. Die brede ballen zijn een doorn in het oog.
Dan bereik je de spitsen niet.
Erik Assink: Nee, en de middenvelders krijgen nooit de bal dat ze even de tijd krijgen. Het is altijd in de dekking en altijd dat moeizaam doorgespeeld wordt. Er is heel veel op aan te merken.
Ik zag een kleine opleving toen Arslan Gumus en Kilian van Kasteel erin kwamen.
Erik Assink: Er kwam wat meer voetbal in, samen met Rody. Maar ik denk dat we krachteloos zijn aan de voorkant. Er zit amper dreiging in. Dan kun je zeggen dat het wel weer goed komt en dat zal ook wel, maar een gezonde dosis zelfbewustzijn, zeg maar, kan bij een aantal jongens wel wat scherper.
Zaterdag de topper tegen NSC. In Nijkerkerveen kijken ze ernaar uit.
Erik Assink: In deze competitie kan iedereen nog door. Maar ik vind het niet zo spannend. Ik vind het veel spannender dat wij weer een acceptabele partij op de mat leggen. En dat was tegen Batavia aan de orde en dat is weggeëbd tegen Hierden in de tweede helft. Tegen Horst hebben we ook geen potten kunnen breken. Dat is de conclusie van negentig minuten voetbal.
Interview en foto Kees van den Heuvel
