Het was weliswaar de eerste oefenwedstrijd na de zomerstop, maar dat hoort uiteraard geen excuus te zijn voor de nederlaag van Veensche Boys tegen Argon. Het werd 4-0 in Mijdrecht. Erik Assink: ‘Deze tegenstander strafte de fouten die we maakten af. Argon was de bovenliggende partij. Ze waren meer aan de bal en gevaarlijker dan onze spelers. Ook in fysieke duels waren ze de bovenliggende partij. Het is nooit leuk om een nederlaag toe te geven, maar Argon was verder in de voorbereiding, had een grotere groep om door te rouleren en met dit warmere weer ging ook vermoeidheid een rol spelen.
Ik miste de peper in de reet bij de jongens
Erik Assink: Ze waren duidelijk de onderliggende partij. Binnen een kwartier hadden we al een paar aardige tackles moeten verwerken: eerst Alwin bij de zijlijn en vervolgens Bas. Argon zat er feller en agressiever bovenop. We hebben teveel als een ideale schoonzonenploegje gespeeld. Amper overtredingen en we kwamen ook vaak net een meter te laat. Dat is wellicht een kwestie van gogme of fitheid of de juiste mentaliteit bij bepaalde spelers, die net iets teveel gif in hun spel hebben. Als je zo’n iemand als Yannick Bouw ziet sleuren aan de voorkant en die van zich afbijt…
Als je de bal niet krijgt…
Erik Assink: Dat is een enorme tekortkoming bij ons geweest. We zijn amper in staat geweest om onze voorhoede aan het werk te zetten. Veel terugspeelballen. Dat is een armoedekwestie. Dan zie je de oplossing naar voren niet.
Het dieptepunt was de bal breed van Niek van Diermen richting een aanvaller van Argon die voor een lege goal had kunnen scoren
Erik Assink: Dat was heel slecht. Daar kan ik ook niets anders op zeggen. Hij overschatte zijn eigen trap. Ook bij die tweede goal die we tegen kregen en dan de inzet van Jordy: dat ging zo simpel en dat mag niet gebeuren. Klaas Bout, een Jordy, een Bas, een Yannick. Die moeten de rest meesleuren. Er is werk aan de winkel.’
Interview en foto’s Kees van den Heuvel
