Assistent-trainer Stefan Fredriksen kijkt met gemengde gevoelens terug op de wedstrijd Lunteren – Veensche Boys. De ploeg uit Nijkerkerveen kwam onfortuinlijk op een achterstand van 2-0, maar knokte zich knap terug. Er is dus goed ingegrepen door Fredriksen in de tweede helft. ,,Dat was ook wel nodig, he. In de rust heb ik de jongens aangesproken op de kwaliteit van Lunteren. Vechten, strijden, ballen winnen, duels aangaan, duels winnen. En wij hebben in de eerste helft geen één keer een duel gewonnen van Lunteren.’’
Zag jij een verschil tussen de nummer 10 (Lunteren) en de nummer 1 (Veensche Boys)?
Fredriksen: Nee. Ik vond de nummer 10 meer uitstralen dat ze wilden winnen als de nummer 1. We hebben in de eerste helft te weinig gecreëerd. Dat zat ‘m vooral in de arbeid en strijd die Lunteren leverde en de arbeid en strijd die wij niet leverden. Ik denk dat dat het voornaamste was.
Veensche Boys wil toch kampioen worden?
Fredriksen: Precies. Er zijn jongens gewisseld in de tweede helft, maar dat was niet op de jongens gericht die eruit gingen, want eigenlijk had iedereen eruit gekund. Dus het was meer positie gebonden. Met een Alwin, Levi en Corné weet je dat die strijdlust er is.
Als de voorwaartsen wat meer druk zetten op de verdediging van Lunteren, dan was het karwei zo geklaard.
Fredriksen: Maar om die voorwaartsen aan het werk te zetten hebben we eerst de bal nodig. En die bal moet je wel eerst winnen in de duels. En dat hebben we de eerste helft niet gedaan en in de tweede helft veel meer gedaan. Dat we er jongens in hebben lopen die een goaltje kunnen maken, dat wisten we al. Dus… wat dat betreft heel positief hoe we het hebben omgedraaid na een 2-0 achterstand, maar we geven gewoon te gemakkelijk drie doelpunten weg.
Foto en interview Kees van den Heuvel
Martin Speelziek (trainer Lunteren)
De brigade van de vertrekkende trainer Martin Speelziek (Lunteren) heeft weliswaar verloren van Veensche Boys, maar ze kunnen zichzelf in elk geval op de borst kloppen dat ze er alles aan hebben gedaan om de strijd aan te binden. Er waren complimenten van uw verslaggever voor het getoonde spel van Lunteren. Speelziek: ,,Dat is wel het minste wat je van een ploeg mag verwachten. Ik heb televisiebeelden gezien van Veensche Boys. We hadden vooraf echt een goed plan en het was mooi dat het uit kwam. Kijk, Veensche Boys heeft individueel sterke spelers en een goede ploeg. Geef je Veensche Boys de ruimte, dan kunnen ze goed voetballen. We wisten dat we de ruimtes klein moesten houden, overal kort zitten. Vandaar uit ballen veroveren en kansen creëren. Dat hebben we 45 minuten lang goed gedaan. We gingen terecht met 2-1 de rust in. Ik baalde als een stekker dat toch die 2-1 valt in de blessuretijd van de rust.
Want dat geeft Veensche Boys weer zelfvertrouwen?
Speelziek: Als je met 2-0 de rust ingaat, dat is het net iets lekkerder. Voor het mentale gedeelte betekende het dat Veensche Boys dacht dat er weer iets viel te halen. In de rust riep ik 85 keer dat we scherp moesten zijn en niet moesten verslappen. Druk blijven geven. En binnen vijf minuten is het klaar. We stonden te slapen. De duels werden niet meer aangegaan. Een rode kaart. Er moest aan de handrem worden getrokken. Dan uiteindelijk wordt het 3-5.
Er had meer in gezeten
Speelziek: Die tweede helft is eigenlijk een beetje zoals het het hele seizoen al gaat bij ons. We hebben aanvankelijk aan het begin van het seizoen goed gespeeld en toen zijn veel blessures gekomen. Normaal kun je dat goed opvangen, maar er lopen nu zeven potentiele basisspelers die geblesseerd zijn. Dat is lastiger te ondervangen. Het is geen verwijt aan de jongens die nu spelen. We staan nu tiende, maar eigenlijk moet je je gewoon schamen dat we op die positie staan. Het wordt nog een hele kluif om bij de onderste plekken weg te blijven.
Foto en interview Kees van den Heuvel
