Liefst 3,5 jaar stond Ivo te Velthuis bij Veensche Boys langs de kant als gevolg van twee vervelende blessures. Maar in alle stilte en in zijn eigen tempo werkte de sympathieke Nijkerker aan zijn comeback, conform zijn gedrevenheid een beetje volgens de Arjen Robben-methode. Hij mocht zaterdag 28 mei invallen tijdens de competitiewedstrijd VRC – Veensche Boys.
Je trainde vaak in je eentje in alle rust. Was je er zo op gebrand om terug te keren op het hoogste niveau? Ieder normaal mens zou zijn schoenen aan de wilgen hebben gehangen.
Ivo te Velthuis: ‘Als je revalideert dan is dat een eenzaam bestaan. Maar goed, ik ben echt een liefhebber en ik heb er alles voor gedaan om terug te keren. Mijn doel was om weer te kunnen spelen en kijken wat je nog kunt bereiken. Ik ben iets teveel een liefhebber van het spelletje. Ik vind het ook leuk, zowel het sportieve aspect als het sociale. Voor mij was het simpel om toch nog door te gaan en niet gelijk te stoppen bij een blessure.’
Wanneer ga je net als Arjen Robben de marathon van New York lopen?
Ivo te Velthuis: ‘Dat weten we niet. Het is nu toeleven naar de nacompetitie. En daar moeten we met z’n allen kijken of we er nog iets moois van kunnen maken.’
Heeft trainer Erik Assink al gezegd op welke fronten jij in die nacompetitie van waarde kunt zijn?
Ivo te Velthuis: ‘Ik denk dat ik altijd wel op een bepaalde manier van waarde kan zijn. Of het nu op trainingen is of het coachen of tussen de lijnen op zaterdag. Die afweging moet de trainer maken. Hij heeft achttien spelers waaruit hij moet kiezen. Het is wel zo dat je de nacompetitie als groep moet doen. Niet alleen met de elf starters in de basis.’
Wat had je eigenlijk?
Ivo te Velthuis: ‘Ik heb mijn kruisband afgescheurd en daarna kwam daar een meniscusletsel overheen. We zijn nu 3,5 jaar en twee knieoperaties verder.’
Dat jij hier staat heeft veel te maken met jouw mentaliteit
Ivo te Velthuis: ‘Jazeker. Mentaliteit en zeker ook kwaliteit. En ik ben een liefhebber. Het is fantastisch om met de groep te voetballen. Ik voel me lichamelijk goed. Prima. Ik kan een hele wedstrijd aan.’
Wat verwacht je van de nacompetitie?
Ivo te Velthuis: ‘In de nacompetitie kan het raar lopen. Het kan zomaar na één wedstrijd al knock-out betekenen. Er kan van alles gebeuren. Je hebt niet meer de tijd om het te repareren. Het is gelijk de dood of de gladiolen. Gekke doelpunten, rode kaarten… alles kan daar beslissend zijn. Dan moeten we er staan.’
Foto’s en interview Kees van den Heuvel
