Veensche Boys speelde tegen Batavia’90 misschien wel de slechtste eerste helft van het seizoen. Trainer Erik Assink had een tactiek vormgegeven dat minder goed uitpakte. ‘Hemeltergend slecht? Dat is wel heel erg somber geschetst. We speelden een 4-4-2,5 systeem. Daardoor zou meer ruimte moeten komen om aanvallender te spelen en ons minder met de verdedigende dingen bezig te houden. Dat deden we met een extra slot op het middenveld (Bas naast Kilian). Nico en Rody kregen daardoor wat meer de ruimte om zich aanvallend te laten gelden. Dat pakte in zoverre niet goed uit dat wijzelf te weinig aan voetballen toe kwamen.’
Maar Batavia was op alle fronten een stukje scherper en sneller.
Erik Assink: ‘Onze keeper heeft in de eerste helft weinig te doen gehad. In de tweede helft heeft hij het drukker gehad, terwijl wij de bovenliggende partij waren.
Zijn de aspiraties op het kampioenschap voorbij?
Erik Assink: ‘Ik denk dat we daarin wel reëel moeten zijn. De aspiraties kunnen er wel zijn, maar ik denk niet dat het nog een haalbare kaart is met zoveel punten achterstand. Tenzij Dronten aardig in de fout gaat. Dat is overigens niet iets wat me nu bezig houdt. Wat me bezighoudt, is dat we het voetballen meer moeten terugpakken. We moeten wat meer lef en kwaliteiten hebben naar de goal toe. Waar we de eerste helft van het seizoen zoveel kansen creëerden en goals maakten, daar gaat het nu een stuk stroever.
Is er onrust binnen het team?
Erik Assink: Ze zeggen wel eens: het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. De druk van het koploperschap kan niet iedere ploeg aan. We hebben niet een team dat heel eenvoudig de wedstrijden wint. Daar is de competitie niet naar en daar is onze vorm momenteel ook niet naar. Dan kan het voorzichtigheid zijn, het kan een stukje angst misschien wel zijn. Als je een voorsprong ziet slinken, dan doet dat wel wat met deze of gene.
We mogen blij zijn met de eerste periode
Erik Assink: Maar dat vloeide ook voort uit het spel van ons op dat moment. In het rechtstreekse duel met Batavia thuis hadden we eerst ook een 0-1 achterstand. Batavia was toen de bovenliggende partij. Dat hebben we in de tweede helft weten om te keren. We gingen toen met veel meer overtuiging spelen. Maar het gevaar naar de goal toe was er nu niet. Teveel ballen kwamen net niet aan. En de goal die we tegen kregen, viel wel heel makkelijk. Dat was niet een uitgespeelde kans. We kregen een vrije trap op onze helft, en die gaan we heel kort nemen. Dat gaat mis en vijf seconden later ligt de bal op de achterlijn, hij wordt breed gelegd en boem. Goal. Als die vrije trap goed werd genomen, was er geen vuiltje aan de lucht geweest.
Bij vorig puntenverlies, was er tenminste nog een soort van dominantie op het veld en dat viel tegen Batavia erg tegen in de eerste helft.
Erik Assink: Dat klopt en dat ging in de tweede helft beduidend beter. Dat werd vooral veroorzaakt door het besef in de rust dat we een 1-0 achterstand hadden. We hebben niks te verliezen. We moeten er nu tegenaan. We hebben een meer aanvallende jongen erbij gedaan en een wat verdedigende jongen eraf. Dat leverde iets op, maar niet in de dreiging naar de goal toe.
Kees van den Heuvel
