Veensche Boys speelde de eerste twintig minuten van het bekerduel tegen NEC heel overtuigend, maar daarna leek er onrust in het spel te komen en gaven ze het nog bijna weg ook tegen de zondageersteklasser (3-3). Erik Assink: ‘Wat moet je hier nu over zeggen? We hebben veel kansen gemist. Het was overall zo allerbelabberdst.’
Heb je de oorzaak weten te achterhalen?
Erik Assink: Misschien zijn we zelf ook wel debet door te zeggen dat we met minimaal vijf goals verschil moeten winnen. En dat een aantal van ons de weelde niet aan kunnen en die denken dat ze op 70% ook wel goed genoeg zijn. Daar leek het aanvankelijk ook wel op, met zo’n snelle voorsprong en de simpelheid waarmee we onze kansen kregen. En vervolgens ook weer missen trouwens. Dan ploft er zomaar een goal binnen. Onze keeper zag er ook niet best uit.
Dat was ik ook niet van Jordy gewend.
Erik Assink: Nee. Dat zag er niet best uit. Maar iedereen deelde in de malaise.
We zijn er nog niet volgende week met de eerste competitiewedstrijd.
Erik Assink: Dit is misschien wel een goede wake up call. We hebben een hele rij wedstrijden achter elkaar gewonnen. Amper een kans weggegeven en amper een goal tegen gekregen. En nu krijg je zomaar drie goals tegen. Iedereen solliciteerde eigenlijk naar een plek op de bank, maar we zullen elf man in het veld moeten zetten. Welke elf dat worden, dat zullen we deze week zien.
Hoe zit het met de pijntjes en kwaaltjes?
Erik Assink: Vroeger waren de boten van hout en de mannen van ijzer. Tegenwoordig is dat andersom.
Kees van den Heuvel
