Gedragsregels

De voetbalvereniging s.v. Veensche Boys wil bij de leden, sponsoren maar zeker bij onze gasten als een correcte vereniging bekent staan. Wij als bestuur van de sv Veensche Boys verwachten dat een ieder zich op een correcte wijze gedraagt. Dit doen wij niet alleen in onze manieren en handelwijze maar ook in ons taalgebruik. Het bestuur wil daarom voor een ieder duidelijkheid verschaffen over wat er wel en niet wordt geaccepteerd op ons complex en bij uitwedstrijden. Helaas gebeuren er soms vreemde dingen in en rondom de velden die het voetballen in een kwaad daglicht stellen.
Daarom heeft het bestuur een aantal regels opgesteld omtrent wat wel en wat niet getolereerd wordt. Een ieder dient deze regels na te leven. Wij houden ons als bestuur het recht voor om een ieder die zich niet gedraagt volgens deze regels op zijn/haar gedrag aan te spreken.

Gedragsregels s.v. Veensche Boys

1. Behandel een ieder met respect.
2. Beledig of beschadig mensen niet met uw taalgebruik.
3. Spreek mensen aan die zich niet houden aan de gestelde regels of die dit niet op een correcte wijze doen.
4. Zorg dat de wedstrijden sportief kunnen verlopen.
5. Kinderen voetballen voor HUN plezier en aanmoedigen mag, maar commentaar op hun speelwijze hoort thuis bij de trainer / leider van het team.
6. Gedraag u bij thuiswedstrijden als een goede gastheer, bij uitwedstrijden een goede gast.
7. Behandel de scheidsrechters, grensrechters en spelers op het veld met respect ook als een wedstrijd niet verloopt zoals u had gewenst. Dit is van toepassing voor zowel de spelers binnen de lijnen als ook voor de mensen langs de lijn.
8. Deponeer afval in de daarvoor geplaatste afvalbakken langs de velden. Ziet u zwerfvuil liggen, neem dan de moeite om deze ook in de afvalbak te deponeren.
9. Zorg er voor dat de kleedkamer na de wedstrijd en training, schoon en opgeruimd achtergelaten wordt.
10. Als de afvalbak in de kleedkamer vol is gooi deze dan leeg in de daarvoor beschikbare container.
11. Houd u aan de gestelde regels m.b.t. het gebruik van het kunstgrasveld, welke zichtbaar zijn opgehangen bij de entree van het kunstgrasveld.
12. Zorg er voor dat de dug-out, zeker op het kunstgrasveld, alleen gebruikt wordt door de trainers, leiders en de reserve spelers.
13. Plaats de fietsen, bromfietsen e.d. op correcte wijze binnen de daarvoor bestemde afrastering.
14. Voorkom beschadigingen aan alles wat van de club, gemeente of van een ander is.
15. Toiletten worden na gebruik doorgespoeld en dienen netjes achtergelaten te worden.
16. Zorg er voor dat er geen kledingstukken achterblijven op het complex.
17. Respecteer het geldende rookverbod en alcoholwetgeving van de Overheid en KNVB.
18. Het is verboden soft- en hard drugs te gebruiken op het complex.
19. Het verhandelen van artikelen, goederen en verkopen t.b.v. kansspelen zijn zonder toestemming van het bestuur op ons complex verboden.
20. Het is verboden om de kantine te betreden met voetbalschoenen.
21. Het is verboden om na de wedstrijd in wedstrijdkleding of met een ontbloot lichaam in de kantine te komen.
22. Alcohol gebruik buiten de kantine mag alleen binnen de afrastering van het overdekte terras.
23. Neem geen goederen van een ander mee want dat is diefstal.
24. Meld overtredingen bij het bestuur.
25. Het is verboden in de kleedkamers zonder duidelijke toestemming van betrokkene(n) om op enigerlei wijze beeld- en geluidsopnamen te maken.
26. Aanwijzingen van het bestuur of de mensen die door het bestuur zijn aangesteld dienen opgevolgd te worden.

Overtredingen kunnen aanleiding geven tot het opleggen van sancties. Zie hiervoor het huishoudelijk reglement.

Gedragsregels tussen trainers/leiders en spelers/speelsters

Voetbalvereniging s.v. Veensche Boys heeft een 11-tal gedragsregels opgesteld ten opzichte van de relatie tussen trainer/leider en speler. Bij het overtreden van één of meerdere regels, door wie dan ook, wordt er volgens de door het CVSN (Centrum Veilige Sport Nederland) voorgeschreven maatregelen gehandeld.

1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of Seksuele Intimidatie tegenover de sporter.
4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
6. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
7. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
8. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van Seksuele Intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.